De Sint - Ursula kerk

De Romaans-gotische toren (13-14 de eeuw) werd in mergelzandstenen uitgevoerd.
De rest van het gebouw is neogotisch (1908-1910) het bestaat uit baksteen met imitatie-speklagen in gekleurde tegels. Het gebruik van zulke siertegels kenmerkt de eerste decennia van de 20ste eeuw en werd vooral in de kerkelijke architectuur toegepast. Het kerkhof rond de kerk in Eigenbilzen is thans buiten gebruik en door een sfeervolle beplanting vervangen . Lage struiken , in kruisvorm aangeplant vormen thans het groene decor voor een aantal oude grafkruisen.

In 2010 viert de Sint - Ursulakerk haar 100-jarig bestaan.
Het interieur wordt flink opgeknapt en in augustus wordt
de jubileum viering uitgezonden op de nationale televisie.



Een spitsboogvormige poort ( 1932) waarop een H. Hartbeeld troont, verleent de toegang tot het kerkhof .

Zowel door zijn geografische ligging op het hoogste punt ( + 91 m) van het door zijn monumentale architectuur profileert de Sint-Ursulakerk zich als een dorpsbeeldbepalend element. De centrale positie wordt extra benadrukt door niet minder dan zes straten die op het kerkplein convergeren.



In verhouding tot de rest van het gebouw is er sprake van een eerder slanke toren. Deze bestaat uit zes geledingen. Het rechthoekig portaal , de deur en bovenlicht zijn in een arduinen lijstwerk gevat. Het monumentale interieur, waarin de spitsboog domineert, is door kunstzinnige netgewelven overspannen. De robuuste, arduinen zuilen rusten op achtzijdige sokkels en zijn met knoppenkapitelen opgesmukt. Blindnissen ritmeren de langstraveeen van de dwarsbeuk. De zijkoren staan zowel met de transeptarmen als met het hoofdkoor in verbinding.

Interieur bespreking :


Preekstoel : 17de-eeuws houtsnijwerk; kuip gedragen door H.Ursula, uitgerust met kelk en kruis.
Biechtstoel : laat-barok houtsnijwerk, begin 18de eeuw.
Plaasteren beelden : H.Ursala , H.Barbara , met toren en tak, H.Lucia met kruisstaf en Lam Gods , De H.Franciscus met schedel,boek en kruis en de H.Antonius met Jezuskind, boek en tak.

De mysterieuse sfeer en de lichtinval door de moderne glasramen van het schip in de Sint-Ursalakerk van Eigenbilzen is grotesk.
In mei 2011 werd de radioactieve stralings-bliksemafleider weggehaald en vervangen
door een 'kooi van Faraday' oftwel koperen en aluminium kabels rond de kerk en de 45 meter hoge toren.

Namen zoals Zangerheide en Gellikerheide onthult de typonymie van Eigenbilzen. Tot in het begin van de 19de eeuw gedijde op dit zandig substraat immers een heidelandschap dat mede onder impuls van de Kempense steenkoolnijverheid -dennen leveren ideaal mijnhout- bebost werd. In 1844 was hier reeds meer dan 100 ha bebost in Eigenbilzen. Het grote onderscheid tussen de uitbreidingsfase (Lochtstraat, Veldstraat, Lentestraat, Haenenstraat en litsebeek) en de oudere kernbewoning is het squasi gebrek aan boerderijen. Hieruit mag men afIeiden dat de uitbreiding ten noorden van de spoorweg vooral gebaseerd was op een betere verkeerstechnische aansluiting voor pendelaars naar de luikse en Genkse mijngebieden. Op twee eeuwen tijd is het inwonerstal van Eigenbilzen nagenoeg verviervoudigd.

Thans telt de gemeente 2272 inwoners wat met een gemiddelde van 275 inwoners per vierkante meter overeenkomt.